BLOG 2013

1 | 2 | 3 | 4 | 5

BLOG 2012

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15

BLOG 2011

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27

BLOG 2010

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8

Volg ook Leonoor's Blog op de website van ZIN

BLOG 2

Vrijdag de dertiende. Weer naar OLVG. Loop dokter L. tegen het lijf. Heb ik dan weer denk ik. Gaan we op precies hetzelfde moment op dezelfde plaats de hoek om. Hij vraagt hoe het gaat. “Stukken beter”, zeg ik. “Ga zo voor de scan. Maar het zal allemaal wel meevallen”, zeg ik.” Hoogstwaarschijnlijk is het gewoon niks”, mompel ik er nog even snel achteraan, wetende dat dokter L. op weg is naar zijn lunch. “Dat denk ik niet”, zegt hij zacht. We geven elkaar een hand en wensen elkaar een prettig weekend. Geschrokken ga ik op weg naar de afdeling radiologie. Net nu ik me weer wat beter voel ga ik mijn weekend niet laten bederven door de zin “dat denk ik niet”, want dat is precies waar ik bang voor ben als ik naar mezelf kijk in de spiegel. De kanker gaat tekenen. Ik moet de dagen weer wat leuker zien te krijgen. Maar hoe? Een litertje wit spul met abrikozensmaak naar binnen gewerkt. Klein uurtje wachten, infuusje erin, adem vasthouden en scannen maar.

Hoe vaak heb ik de rit naar het ziekenhuis gemaakt? Veertig of vijftig keer door de draaideur toch zeker wel. Hier en daar begin ik het personeel al te groeten met een opgestoken hand. Een ziekenhuis heeft pleinen, een kapper, barretjes, restaurants, boekwinkels, bloemenstalletjes. Het is een stad vol vreugde en verdriet. Je ziet de dood al in sommige gezichten schijnen. Kordate stappen van een arts in opleiding. Of de wat oudere dokter die zijn kennis en kunde door de stoffige gangen meedraagt in zijn vastzittende schouders en vermoeid heen en weer beent van patiënt naar patiënt. Rangen en standen zijn zichtbaar in de kleur van de klompen, mutsjes of het katoenen tenue. De draaideur. Tredmolen van hoop en vrees.

15 januari. Het is lente. De natuur is verdacht stil. Hier en daar knopjes in de maak bij roos en vijg. Hoe kan dat? Als het nog gaat winteren vriest alles stuk. Dat wat onverwacht tot bloei kwam wordt ruw de kop ingedrukt. We zullen zien. Mijn lichaam voelt als losse onderdelen. Hoop dat dokter L. morgen een idee heeft hoe de boel weer bij elkaar is te krijgen. Plakken en knippen en kitten.

Vandaag weer OLVG. Scan goed!! Oh, wat fijn. Maar waarom dan zo ziek geweest? Laat maar. Ik ben er weer. Dat telt. Het is een goede maandag. Ik ben niet meer bang. Leven weer oppakken. Wil even geen scans meer of een mri van mijn hoofd. Nog 3 weken medicijnen slikken en dan wil ik een stop inlassen. Ik vraag dokter L. “wat zal er gebeuren als ik helemaal niets meer aan behandeling doe”?. Hij zegt: “dan ga je niet direct dood hoor, het zal een kwestie van maanden zijn”. Ik vraag: “en wat als ik nog wel de chemo behandelingen ga doen”? “Als het wat gaat doen dan kun je er nog wel even op voort”. In jaren wil hij geen uitspraak doen. De onbetrouwbaarheid van je eigen lichaam vind ik lastig. Eerst maar weer mijn conditie wat aanpakken. Al die dagen in bed zijn funest voor mijn gestel, maar ik heb weer kleur op mijn gelaat.

Het lichaam is een “raar” ding. Je hebt een lijf dat het goed doet. Af en toe een griepje of bij pech iets gebroken. Maar dat is het. De kern is er. Het lijf leeft, beweegt, denkt, eet, poept en piest en is een machtige machine die zo lang je er niet té rare zaken mee uithaalt over het algemeen zijn werk goed doet. Alhoewel sommige lijven bovenmatig en bovennatuurlijk kunnen presteren. En dan ineens komt dat lijf tot stilstand. Het wordt teruggefloten. Denkprocessen veranderen, bewegingsvrijheden worden beknot. De kern raakt in verval. Is door iets geraakt. Door vernietigende kankercellen die ongeremd gaan delen. Waar gaan ze naartoe, wat gaan ze doen met dat lijf. Je wordt wakker en dan voel je de kern zweven in je lijf. Je probeert het te pakken. Door de pijn en de medicijnen en alles heen, wil je die kern vastgrijpen. Dat lukt. Voor vandaag. Morgen blijft de vraag. Zo leven past niet in de tijd. De wereld schreeuwt om morgen, overmorgen, volgende maand. Mijn lijf kent het NU. Het botst met alles om me heen.

De Afinitor zorgt weer voor lelijke aften in mijn mond. Nog 2 weken volhouden.

Ik val stil. Steeds meer. Net als de natuur vandaag. Geen wind. Geen rimpeling in het water. Mijn scooter is gestolen en ik waag me weer eens op de fiets. Het lukt. Langzaam. Maar het lukt. Mijn benen doen het werk. Mijn longen volgen. Ademen wordt pas zwaar bij een brug of een bobbel in de weg. Mijn stilte bevalt me niet. Kan er nog geen naam aan geven. Stilte voor een storm misschien? Stilte voor de vernietigende chemo? Het is het “oude” gevoel. Het gevoel geen nut meer te hebben. Hoe vul je de dagen, de uren en de nachten. Ik zwerm om mijn gezin heen. Af en toe strijk ik neer. Als een bij in een bloem. Zou iets willen doen dat ik anders nooit gedaan zou hebben. Het blijft nog bij die gedachte. Niet zoiets als try before you dy. Geen kooi in met tijgers, of van de hoge duikplank, maar…….vissen met een visser aan de waterkant, samen met een eenzame bejaarde naar muziek luisteren. Eenvoudige zaken die je simpelweg hebt overgeslagen.   

 

We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.

BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.

De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.


BrozerOngeremd Delen


picassa