BLOG 2013

1 | 2 | 3 | 4 | 5

BLOG 2012

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15

BLOG 2011

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27

BLOG 2010

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8

Volg ook Leonoor's Blog op de website van ZIN

BLOG 15

Afgelopen week heb ik door wat speurwerk via facebook een vriendin van de lagere school opgespoord en gesproken. We hadden elkaar meer dan veertig jaar niet gezien. Toen ze aan kwam lopen herkende ik haar direct. Niet alleen aan het spleetje tussen haar tanden maar haar hele verschijning was dat meisje van zestien van weleer. We deelden een korte maar heftige pubertijd met hasj-cake en wat zwaarder spul en concludeerden dat we achteraf geluk hadden gehad. Sommige van onze medepubers waren verslaafd geraakt. Je schuift zo weer in elkaars leven zonder te weten wat er die afgelopen veertig jaar is voorgevallen. Dat heeft iets onverwachts moois. We hebben beiden goede en slechte tijden gekend. Nu zijn we volwassen vrouwen. Natuurlijk heb ik me afgevraagd waar de behoefte van mij vandaan komt om nog een paar mensen van vroeger terug te zien. Het heeft niets te maken met iets te willen goed maken of iets te willen weten. Het is puur de persoon willen zien waar je een kort verleden mee hebt gedeeld en die je op de een of andere manier geraakt heeft. Het “gedeelde” verleden dat je deels heeft gevormd tot de persoon die je nu bent geworden.

Vier volle dagen in en op mijn bed doorgebracht. Dus ook de geplande draaidag van Brozer. Het leek wel een ontvangstdag. Men kwam bij mij op “zitting”. We filmen nu niet meer vanuit de personages Muis, Ted, Carlos en Lian. Maar we zijn wie we nu zijn. En Leonoor ligt nu in bed, dus komen Adelheid, Marnie en Lieneke die dag bij mij doorbrengen in mijn slaapkamer. Het is enigszins vreemd om de crew beneden in mijn woonkamer te horen scharrelen terwijl ik boven in mijn mandje lig. Mijn energie is zo afgenomen dat het niet anders kan. Klokslag half tien stond de ploeg voor de deur. Ze namen in alle stilte bezit van het huis. Marnie bracht mooie steenmannetjes mee. Mijn lijf moet elke dag weer opnieuw opstarten. Door de medicijnen vertraagd het een en ander. Dus tegen elven loopt die dieselmotor wel weer. We spraken over hoe ik meer en meer mijn eigen werkelijkheid maak. Deels omdat de werkelijkheid me niet meer zo interesseert, deels omdat de werkelijkheid me vaak genoeg te wrang is en pijn doet. Lieneke neemt sinds jaar en dag altijd heerlijke worstjes mee in verrassende smaken. Wij spraken over hoe ieders leven allerlei stromingen meemaakt. Op de vraag waarom we niet nog gaan trouwen had ik een duidelijk antwoord. George en ik hebben twee keer ons trouwen moeten uitstellen doordat de dood ertussen kwam van een zeer naaste en dat niet kon samenvallen met een huwelijk. Nu trouwen omdat de dood ons op de hielen zit past niet. Onze liefde is bezegeld in ons hart. Het is goed. Op het eind van de dag kreeg ik Adelheid en haar “mooie” energie als toetje. Ze had twee geweldige filmpjes gemaakt die ze me liet zien. Ooit had ik haar het verhaal verteld dat ik wel tot mijn negende jaar heb gedacht dat de letters NP die op straat stonden of op een bordje waren beschilderd, dat het Noortje Pauw betekende.(mijn naam in die tijd)  Pas later kwam ik erachter dat het Niet Parkeren betekende. Hoe kan een mens denken? Ze liet me leuke opnames zien van verschillende vormen van NP op straat. Het andere filmpje was bij een masseur afkomstig uit China die ze terwijl ze zelf grondig onder handen werd genomen de vraag stelde of hij mij een keer thuis zou kunnen masseren. Het duurde 2 minuten voordat de man mijn naam kon uitspreken. Laat staan het woord “kanker” begreep. Erg grappig en ontroerend ook. ’s Avonds stond mijn lijf van alle inspanningen toch weer flink in brand. We zijn nu een week verder en pas vandaag ben ik uit mijn bedje gekomen. De morfine is weer verhoogd (i.v.m. pijn) en een stoot Prednison en antibiotica (i.v.m. koorts) moeten mij weer uit deze dip gaan halen. Hopelijk stabiliseert mijn situatie zich en kan ik weer wat gaan ondernemen. Het is wel duidelijk dat mijn lichaam me toont dat het de kanker wil aanvallen. Dus wie weet is me nog wat kwaliteit en tijd gegund.

’s Avonds klimt mijn man de bühne op met zijn kameraden om de mooie voorstelling “De Verleiders” te spelen voor bomvolle zalen. Ik klim mijn bedje in en zet dan maar de televisie aan voor wat afleiding. Ik ben zo blij voor hem. Dat hij lol in de spelersbus kan hebben en op het toneel. Zo komt hij in redelijke balans de dagen door. Zo’n zieke vrouw thuis is toch niks. Past helemaal niet bij ons. Maar is de keiharde realiteit. Het is heerlijk als hij ’s nachts weer aanschuift onder het dekbed mijn hand vasthoudt en zegt dat hij ziels veel van me houdt. Ondenkbaar dat dit allemaal eens ophoudt. De liefde. Het samenzijn. Het afscheid van de leukste en liefste, lekkerste en humor volste man ter wereld. Ondenkbaar. Dus laat ik het maar niet denken.

De vervangende huisarts komt even bij me kijken. Ze moet nog wat greep op mij en het dossier krijgen maar dat gaat goed. De stoot Prednison en antibiotica en morfine lijken te verlichten. Mijn lijf doet een “natuurlijke aanval” op de kanker. De aanvallen zullen heftiger worden, de relatief “goede tijd” daar omheen korter. De geneugten des levens worden simpeler. Voorheen vulde je  een herfstachtige zondag met uitgebreide lunches in lawaaierige trendy restaurants, nadat je net een boswandeling had gemaakt, of ging je naar de bioscoop, een theatervoorstelling, shoppen, of een rondje fietsen. Nu was ik blij om in de kussens samen met George een klein autoritje te maken en wat om me heen te kijken. Zoals je doet als je slecht ter been bent en tegen de negentig loopt.

Zo´n drie keer per week breng ik de nacht hallucinerend door. Niet altijd prettig. Dan trekt mijn leven en HET leven aan me voorbij. Ik lig met een glimlach van oor tot oor in doodse stilte terwijl er allerlei beelden aan me voorbij trekken. Nog steeds heb ik de neiging om zogenaamde post-its te formuleren. Dat zijn korte zinnetjes die ik aan mensen wil meegeven. Het zijn analyses van hoe ik hun levens zie en denk te zien. Die behoefte verbaasd me. Alsof ik die wijsheid zou hebben. Een scherpe blik, misschien, maar wijsheid? De afstand tot alles maakt me een voyeur. Ik sta aan die zijlijn zo’n beetje mee te gluren. Een veilige positie. Ook niet altijd aangenaam, want ik wil nog wel serieus genomen worden. Alles in je lijf voelt zacht en zuiver aan. Je ademt diep en in alle rust. Is dit nou “liefde”denk ik dan. Of is het gewoon de morfinepleister?

Na 3 weken van verdriet, vele angstmomenten, en vooral je goed ziek voelen ben ik  wonderlijk genoeg weer boven water gekomen. Ik eet en drink. Er bestaat weer een “buitenwereld”. Ik kijk om me heen. Ik wil weer wat. Ik kleed me aan. Ik denk zelfs aan morgen en overmorgen. Mijn lijf heeft een heftige natuurlijke aanval gedaan op de tumor. Een aanval op het immuunsysteem. De oncoloog denkt dat de tumor mij koorts heeft gegeven. Dus dan heb je een tumor, maar kan die ook nog eens gaan ontsteken. De plek in de longen is bovendien niet fijn en zeer pijnlijk. Het is alsof je daar een steen hebt zitten. Een kei. Mijn lichaam is hard aan het werk geweest om het kwaad eruit te gooien. Toch wel mooi zo’n natuurlijke aanval. Bijna ontroerend. Zoals de Palestijnen met stenen gooien naar de grootmacht Israel. Het zijn tikjes. Je moet toch wat tegen zo veel geweld.
 
Heel vaak vraag ik me af wat de betekenis van dit alles is. Een vraag die onbeantwoord blijft. Verder ben ik binnen de beperkingen moeder, vriendin, zus, vrouw, partner enzv….Dat heeft allemaal een “nieuwe” betekenis gekregen de afgelopen twee jaar. Het moeder zijn zoals ik dat deed is anders geworden. Net als ik als partner anders ben geworden. Ik zag laatst een hond met drie poten rennen door het park. De hond bewoog anders en toch was het een hond die door het park rende. Zoiets. Zo heb ik ook ooit een keer een hond in een karretje zien zitten dat achter een fiets was gemaakt. De hond kon niet meer lopen, maar bewoog samen met de baas door het park. Ik kan me niet voorstellen dat ik in een karretje door het park beweeg. Maar ik kon me ook nooit indenken dat ik een hond met drie poten zou zijn geworden.
 
Soms zie ik mezelf als een film die versneld wordt afgespeeld. Zoals een fruitschaal vol mooi fris fruit dat langzaam wegrot. Als je dat beeld, dat proces zou opnemen heeft het iets moois en treurigs tegelijkertijd. Wanneer ik bedenk dat het met mij zo zal gaan dan de komende maanden in plaats van de komende jaren dan is dat onvoorstelbaar wreed. Vooral wreed is het feit dat ik dit weet en dat ik hier sturing aan moet gaan geven. Dat ik er niet ben door gewoon te gaan liggen en het te laten gebeuren. De verrotting. Ik moet waardig het bederfproces aangaan. Dat ben ik verplicht aan de mensen om me heen. Mijn kinderen, mijn man, mijn vrienden en mijn familie. En uiteraard aan mijzelf. Waardig zijn. Dankbaar.
 
Wat gekmakend is, is de onzekerheid wanneer ze je ophalen om de aarde te verlaten.
 
Er ontstaat bijna schaamte over het feit dat je er tegen de prognoses in gewoon nog bent. Dat  je voelt: “is ze er nog steeds, had ze  niet allang dood moeten zijn”.
 
Kan het niet laten maar mijn meiden ga ik enorm verwennen met Sinterklaas.
 
De houtkachel is besteld. Laat de winter maar komen. 

We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.

BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.

De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.


BrozerOngeremd Delen


picassa