BLOG 2013

1 | 2 | 3 | 4 | 5

BLOG 2012

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15

BLOG 2011

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8
9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14
15 | 16 | 17 | 18 | 19 | 20
21 | 22 | 23 | 24 | 25 | 26 | 27

BLOG 2010

1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8

Volg ook Leonoor's Blog op de website van ZIN

BLOG 10

Het is 24 juni en het regent. De kachel staat uit en ik heb het koud. Deze zomer is een mengelmoes van alle jaargetijden. Vroeger was alles duidelijk. Winterkleren werden opgeborgen tot nader orde. In een kist met mottenballen. Nu hangt alles naast elkaar. Vandaag trek ik een zomerjurkje aan met sandalen en morgen een wintervest met laarzen. Het leven anno 2012 vraagt flexibiliteit van de mens. Onzekere tijden. Stressbestendigheid en aanpassingsvermogen zijn belangrijke eigenschappen geworden. Voor een kankerpatiënt al helemaal.
 
Dokter L. belt me vrijdagochtend vroeg met de mededeling dat de foto’s laten zien dat het gebied rechtsonder waar ik aldoor pijn heb inderdaad is gemetastaseerd. Die ochtend kots ik gal en ben beroerd. Binnen een uur zit ik ineens weer in het OLVG om te bekijken of er sprake is van galstuwing. Er wordt bloed afgenomen. Twee flesjes en een viertal buisjes. Het is verstandig om bestraling te gaan inzetten. Ik kies voor het AVL ziekenhuis. Hopelijk gaat dat helpen tegen de pijn. Er zal ook een echo worden gemaakt van de buik. Verder heb ik veel jeuk.  Weer een artikel in de Volkskrant (wetenschap) over kanker. Dat het lichaam soms kanker kan overwinnen als het een beetje wordt geholpen door het immuunsysteem enorm te versterken zodat die de kankercellen te pakken nemen. Een mooi verhaal. Ik ga het AVL maar eens vragen of er zo’n klein wonder voor mij van toepassing is.
 
Een heerlijk avondje samen met mijn filmzussen gehad. Afleiding is goed voor me.
 
Afgelopen zaterdag was ik door een lief meisje uitgenodigd om te gaan laser-gamen  in het bos van Spaarnwoude samen met twee andere gezinnen. Dus ging ik met wat pijnstillers in mijn lijf op weg  naar haar wensfeestje. De zon scheen zowaar en de stemming was opperbest. Voor ik het wist liep ik in camouflagepak met een geweer in de aanslag door de brandnetels om me heen te schieten. Als je geweer leeg was kon je een nieuw leven halen. Een nieuw leven halen. Dat wilde ik wel. Ik had me als kapitein van de groep in een aftandse caravan verstopt. Mijn concentratie lag niet meer bij de pijn maar bij het “ kaltstellen” van  mijn tegenstanders.  In dat uurtje van onschuldig oorlogje spelen heb ik niet aan de kanker gedacht. De volgende dag mocht ik weer vol in de strijd tegen het legertje kwade kankercellen dat mij langzaam aan het vernietigen is.

 
Als je zoals ik 56 jaar bent heb je al heel wat verschillende pijntjes in je leven gekend. Kiespijn, hoofdpijn, oorpijn, buikpijn, menstruatiepijn, spierpijn, gewrichtspijn en al die andere zijn niet te vergelijken met dat wat zich in mijn lijf voltrekt. Omschrijf het eens vroeg iemand aan me. Een pijn omschrijven is lastig. Zeurt het, prikt het, steekt het, is het borend, verdovend, bonkt het, is het dof of drukkend, kloppend of brandend. Het is het allemaal. In ieder geval een waarschuwing dat er iets niet in orde is. Gisteren heb ik een gesprek gehad met een psycholoog. Ik sta altijd wat sceptisch tegenover hulpverleners. Weet niet precies waarom. Waarschijnlijk omdat ik zelf in de loop der jaren een wijze oudere vrouw ben geworden die haar boontjes goed kan doppen. Dat “doppen” gaat me even minder goed af sinds mijn lichaam me nu echt in de steek laat.  Ondanks de morfine. Het voelt alsof mijn ribben van blik zijn gemaakt. En dat blik is aan de randen kapot en steekt in mijn huid. Dat is de beste omschrijving.

 
Ik bak pannenkoeken en een half uur later zit ik samen met George bij de huisarts te praten over euthanasie, morfinepleisters en de ingewikkeldheid van de ziekte kanker. Wat me nu het meest treft is het feit dat niemand ook maar iets kan en wil zeggen over de tijd die me nog rest of over het eventuele verloop van de ziekte. Wat ik wel besef is dat ik de afgelopen 2 jaar verdomd veel mazzel heb gehad. Zeg maar gerust de afgelopen 55 jaar. Tot nu toe hebben we de kinderen alles verteld. Iets achterhouden heeft ook helemaal geen zin. Ze voelen haarscherp aan als er weer iets aan de hand is. Dus vertellen we over het gesprek met de huisarts. En dat het op dit moment allemaal wat minder goed gaat. “Wat je ook beslist, mam”, zegt mijn dochter van 13, wij staan er achter. Voor mij is het belangrijk dat mijn kinderen zo min mogelijk schade oplopen.

 
Er bestaat nog maar 1 ding. Kanker.


Dinsdag 3 juli naar het AVL voor bestraling. Woensdag 4 juli weer een draaidag voor de film Brozer.

Breng steeds meer uren in bed door. Mijn lichaam vraagt erom. Ik val om de haverklap in slaap. Een dutje en dan weer wat doen. Dat is mijn ritme. Dutje en doen. Vanmorgen heeft mijn jongste dochter een morfinepleister op mijn schouderblad geplakt. Als het goed is gaat het morgen zijn werking doen. Als het goed is. Die pijn. Dat in het niets geraken. Vanaf de zijlijn toekijken. Voor spek en bonen meedoen. Hoe lang ga ik dat volhouden vraag ik mezelf af.

 
Iets over negenen zat ik samen met George in het AVL-ziekenhuis op een dokter te wachten. “Wij zijn er voor U, U niet voor ons”, zei de man. Die had ik nog niet gehoord. Het zal wel de slogan van het AVL zijn. De vriendelijke man bevoelt met zijn vingertoppen mijn ribbenkast. Op zoek naar de pijnplekken. Er wordt aansluitend een ct-scan gemaakt nadat 3 zeer aardige mannen mijn bovenlijf met verschillende kleuren stift bewerken en telkens vragen of het wel goed met me gaat. Er hangt hier een opvallend andere sfeer. Het zal met de slogan te maken hebben. Bijna sereen. De broodjes zijn supervers en de koffie is heerlijk. Ik moet mezelf 2 uur zien te vermaken. Dat is geen probleem. Heb een boek bij me en kijk naar de mensen die hier uit alle hoeken van het land komen. Het AVL is hét kankerinstituut van Nederland. Hier doet men niets anders dan kanker opsporen, kanker bevestigen en kanker zo goed en zo kwaad te lijf gaan. “Mevrouw Pauw”, hoor ik roepen. “We lopen vandaag iets uit. Het spijt ons”. Na 45 minuten uitloop mag ik onder een enorme machine gaan liggen. Ze gaan mijn botten bestralen. Drie sessies. Dit heb ik 7 jaar terug ook al eens meegemaakt, maar nu vind ik het een “beetje” griezelig, gek genoeg. Zo’n enorm apparaat waar iedereen van wegvlucht. Het is gedaan en ik zoek de taxi die ik had besteld. Bij de balie staat een kale man met een oortje in. Als hij me ziet roept hij: “Pauw”!  Ik knik en volg hem naar buiten. Hij gebaart me plaats te nemen in het witte busje. Ik had een taxi voor mij alleen verwacht. Zo’n vette Mercedes met leren bekleding waar je lekker in wegzakt. Maar ik moet op een hard stoeltje gaan zitten tussen mede kankerpatienten die kaal zijn van de chemo. Ik schaam me een beetje voor mijn gevoel en dat ik wel haar heb. Zou HELP willen roepen maar zoek de gordel om mezelf vast te binden. Bij elke hobbel verga ik van de pijn in mijn rug. Hoe lang gaat deze rit duren? Ik vraag naar de route. We doen eerst Noord, Ijburg en dan Centrum. Oké, mompel ik. Er wordt verder niets gezegd in het busje. De chauffeur krijgt een telefoontje op zijn privémobiel. Hij neemt op terwijl hij de bocht omgaat. Ik houd me stevig vast. “Bel je zo terug, ik heb vracht bij me”. Wij zijn dus vracht. Kankervracht uit het AVL. In Amsterdam-Noord stappen twee dames uit. Ze helpen elkaar liefdevol. De chauffeur noteert iets en geeft gas. Op naar Ijburg. Ik zie op zijn tom-tom dat de route via de Ijtunnel gaat. Kan het niet laten om in te grijpen en adviseer de man om de Zeeburgertunnel te nemen gezien het tijdstip van de dag. Hij volgt mijn raad  klakkeloos op. Tel je zegeningen denk ik. Je kunt ook met kanker vijf hoog alleen achter je voordeur in je flatje komen te zitten. De kosten voor de zorg lopen de spuigaten uit. Maar je komt tenminste thuis met dit busje. Je wordt zelfs voor de deur afgezet. En dat is nou precies wat ik in mijn geval niet wil. Voor mijn deur te worden afgezet. Wat moeten deze dames wel niet denken als het busje de Lisdoddelaan in rijdt. Dus laat ik me op de hoek afzetten en loop het laatste stukje naar ons mooie huis. Ik gêneer me over mijn voorspoed.

 
7 juli. Mijn jongste dochter is 14 jaar geworden.

 
8 juli. Mama ligt de hele dag in bed. De morfine is verdubbeld. Ze is heel moe.

We laten geen glamour en glitter zien. Geen wedstrijd. Of kanker als topsport. Maar “het andere gezicht” van omgaan met kanker en kanker-patiënten. Hoe je het zinloze zin kunt geven. Herkenbaar, humorvol en realistisch.

BROZER is een productie van Topkapi Films en PRPL in coproductie met de VPRO en HUMAN, met steun van het Nederlands Filmfonds en donateurs van de Stichting Ongeremd Delen.

De film is klaar, maar we willen graag dat hij ook gezien wordt. Voor marketing en publiciteit is er nog geld nodig. Als u daaraan wilt bijdragen kunt u nog steeds doneren.


BrozerOngeremd Delen


picassa